Betekenis van het woord dispatch in het Nederlands
Wat betekent dispatch in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
dispatch
US /dɪˈspætʃ/
UK /dɪˈspætʃ/

Werkwoord
1.
2.
afhandelen, afmaken
deal with (a task, problem, or opponent) quickly and efficiently
Voorbeeld:
•
She dispatched her homework in an hour.
Ze klaarde haar huiswerk in een uur.
•
The hero dispatched his enemies with ease.
De held rekende af met zijn vijanden met gemak.
Zelfstandig Naamwoord
1.
verzending, afzending
the sending of someone or something to a destination or for a purpose
Voorbeeld:
•
The dispatch of emergency services was immediate.
De verzending van hulpdiensten was onmiddellijk.
•
We received confirmation of the product's dispatch.
We ontvingen bevestiging van de verzending van het product.
Synoniem:
2.
bericht, depêche
an official report on a matter of importance, sent from one place to another
Voorbeeld:
•
The journalist sent a dispatch from the war zone.
De journalist stuurde een bericht vanuit het oorlogsgebied.
•
The ambassador received a confidential dispatch.
De ambassadeur ontving een vertrouwelijk bericht.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland