Betekenis van het woord finish in het Nederlands

Wat betekent finish in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

finish

US /ˈfɪn.ɪʃ/
UK /ˈfɪn.ɪʃ/
"finish" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

einde, afloop

the end or conclusion of an event, process, or period.

Voorbeeld:
We reached the finish line after a long race.
We bereikten de finishlijn na een lange race.
The movie had a surprising finish.
De film had een verrassende afloop.
2.

afwerking, oppervlak

the way that the surface of a manufactured article is treated

Voorbeeld:
The table has a smooth, glossy finish.
De tafel heeft een gladde, glanzende afwerking.
The car's paint finish is impeccable.
De lakafwerking van de auto is onberispelijk.

Werkwoord

1.

afmaken, voltooien

bring (an event, process, or period) to an end; complete.

Voorbeeld:
I need to finish this report by tomorrow.
Ik moet dit rapport morgen afmaken.
She decided to finish her studies before getting a job.
Ze besloot haar studie te voltooien voordat ze een baan nam.
2.

eindigen, voltooien

reach the end of a race, game, or other competition.

Voorbeeld:
He managed to finish the marathon despite his injury.
Hij slaagde erin de marathon te voltooien ondanks zijn blessure.
The team needs to finish strong to win the championship.
Het team moet sterk eindigen om het kampioenschap te winten.
Leer dit woord op Lingoland