coordinated
US /koʊˈɔːr.dən.eɪ.t̬ɪd/
UK /koʊˈɔːr.dən.eɪ.t̬ɪd/

1.
gecoördineerd
having the ability to use different parts of the body together smoothly and efficiently
:
•
She is a very coordinated dancer.
Zij is een zeer gecoördineerde danseres.
•
The athlete's movements were perfectly coordinated.
De bewegingen van de atleet waren perfect gecoördineerd.
2.
gecoördineerd, op elkaar afgestemd
arranged in a proper or harmonious order
:
•
The colors in the painting are beautifully coordinated.
De kleuren in het schilderij zijn prachtig gecoördineerd.
•
They wore perfectly coordinated outfits for the event.
Ze droegen perfect gecoördineerde outfits voor het evenement.
1.
coördineren, regelen
to organize or manage something to ensure smooth operation or cooperation
:
•
The team coordinated their efforts to finish the project on time.
Het team coördineerde hun inspanningen om het project op tijd af te ronden.
•
The event manager coordinated all the vendors and activities.
De evenementenmanager coördineerde alle leveranciers en activiteiten.