contest

US /ˈkɑːn.test/
UK /ˈkɑːn.test/
"contest" picture
1.

wedstrijd, competitie

an event in which people compete for supremacy in a sport, game, or other activity, or for a prize

:
She won the singing contest.
Ze won de zangwedstrijd.
The election was a close contest between the two candidates.
De verkiezing was een nek-aan-nekrace tussen de twee kandidaten.
1.

aanvechten, betwisten

to engage in a dispute about; to challenge

:
The company decided to contest the ruling.
Het bedrijf besloot de uitspraak aan te vechten.
He plans to contest the election results.
Hij is van plan de verkiezingsuitslag aan te vechten.
2.

strijden om, concurreren om

to compete for or try to win (something)

:
Athletes will contest the gold medal.
Atleten zullen strijden om de gouden medaille.
Several teams will contest the championship title.
Verschillende teams zullen strijden om de kampioenstitel.