clip

US /klɪp/
UK /klɪp/
"clip" picture
1.

clip, klem, speld

a device for holding things together

:
•
She used a paper clip to hold the documents together.
Ze gebruikte een paperclip om de documenten bij elkaar te houden.
•
He attached the microphone with a small metal clip.
Hij bevestigde de microfoon met een kleine metalen clip.
:
fastenerclaspgripholderpin
2.

clip, fragment

a short extract from a film or television broadcast

:
•
We watched a funny video clip online.
We keken online naar een grappige videoclip.
•
The news report included a clip from the president's speech.
Het nieuwsbericht bevatte een fragment uit de toespraak van de president.
:
excerptsegmentsnippetfootage
1.

knippen, scheren

cut with shears or scissors

:
•
She decided to clip her hair short for the summer.
Ze besloot haar haar kort te knippen voor de zomer.
•
The gardener used large shears to clip the hedges.
De tuinman gebruikte grote scharen om de heggen te knippen.
:
trimsnipshearcut
2.

clippen, vastklemmen

attach with a clip

:
•
Please clip the papers together before submitting them.
Gelieve de papieren aan elkaar te clippen voordat u ze indient.
•
She clipped the badge to her uniform.
Ze clipte de badge aan haar uniform.
:
fastenattachsecurepin
:
clippingpaper cliphair clipalligator clipclip someone's wings