Betekenis van het woord grip in het Nederlands

Wat betekent grip in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

grip

US /ɡrɪp/
UK /ɡrɪp/
"grip" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

grip, houvast

a firm hold or grasp

Voorbeeld:
He lost his grip on the rope and fell.
Hij verloor zijn grip op het touw en viel.
The tires have a good grip on the wet road.
De banden hebben een goede grip op de natte weg.
2.

greep, controle

control or power over someone or something

Voorbeeld:
The dictator had a tight grip on the country.
De dictator had een strakke greep op het land.
She lost her grip on reality.
Ze verloor haar grip op de werkelijkheid.

Werkwoord

1.

grijpen, vastpakken

to take and keep a firm hold of; grasp firmly

Voorbeeld:
He gripped the steering wheel tightly.
Hij greep het stuurwiel stevig vast.
The climber gripped the rock face.
De klimmer greep de rotswand vast.
2.

aangrijpen, boeien

to have a strong effect on (someone); to engross or fascinate

Voorbeeld:
The story really gripped the audience.
Het verhaal greep het publiek echt aan.
Fear gripped her heart.
Angst greep haar hart.
Leer dit woord op Lingoland