clipping

US /ˈklɪp.ɪŋ/
UK /ˈklɪp.ɪŋ/
"clipping" picture
1.

knippen, snoeien

the action of cutting, cutting short, or cutting out something

:
The barber finished the hair clipping quickly.
De kapper was snel klaar met het haar knippen.
She was careful with the nail clipping.
Ze was voorzichtig met het nagelknippen.
2.

knipsel, uitknipsel

an item of newsprint or other material cut out from a newspaper or publication

:
She kept a clipping of her wedding announcement.
Ze bewaarde een knipsel van haar huwelijksaankondiging.
The journalist collected news clippings for his research.
De journalist verzamelde nieuwsknipsels voor zijn onderzoek.