Betekenis van het woord chief in het Nederlands

Wat betekent chief in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

chief

US /tʃiːf/
UK /tʃiːf/
"chief" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

stamhoofd, leider

a leader or ruler of a people or clan

Voorbeeld:
The chief of the tribe made an important announcement.
De stamhoofd deed een belangrijke aankondiging.
He was elected as the new chief of the village.
Hij werd gekozen als de nieuwe leider van het dorp.
2.

hoofd, directeur

the head of an organization or department

Voorbeeld:
The chief of police addressed the media.
De hoofdcommissaris van politie sprak de media toe.
She was promoted to chief financial officer.
Ze werd gepromoveerd tot financieel directeur.

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

voornaamste, belangrijkste

most important or principal

Voorbeeld:
The chief reason for his success was hard work.
De voornaamste reden voor zijn succes was hard werken.
Our chief concern is the safety of our employees.
Onze voornaamste zorg is de veiligheid van onze werknemers.
Leer dit woord op Lingoland