manager
US /ˈmæn.ə.dʒɚ/
UK /ˈmæn.ə.dʒɚ/
1.
manager, leidinggevende
a person responsible for controlling or administering all or part of a company or organization
:
•
The project manager approved the new budget.
De projectmanager keurde het nieuwe budget goed.
•
She was promoted to sales manager.
Ze werd gepromoveerd tot verkoopmanager.
2.
manager, zaakwaarnemer
a person who handles the business affairs of an artist, performer, or sports team
:
•
The band's manager negotiated their new record deal.
De manager van de band onderhandelde over hun nieuwe platencontract.
•
He hired a sports manager to handle his endorsements.
Hij huurde een sportmanager in om zijn sponsoring te regelen.