Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord cart in het Nederlands

Wat betekent cart in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

cart

US /kɑːrt/
UK /kɑːrt/
"cart" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

kar, wagen

a strong open vehicle with two or four wheels, typically used for transporting goods or a person and pulled by a horse or ox

Voorbeeld:
•
The farmer loaded hay onto the cart.
De boer laadde hooi op de kar.
•
They rode through the village in a horse-drawn cart.
Ze reden door het dorp in een paardenkar.
Synoniem:
wagoncarriagebuggydraytumbrel
2.

winkelwagen, trolley

a basket or wheeled structure, typically used for carrying things, especially groceries in a supermarket

Voorbeeld:
•
She pushed the shopping cart down the aisle.
Ze duwde de winkelwagen door het gangpad.
•
Please return your cart to the designated area.
Breng uw winkelwagen terug naar de aangewezen plek.
Synoniem:
trolleybuggywagon

Werkwoord

1.

vervoeren, dragen

to convey in a cart or similar vehicle

Voorbeeld:
•
They carted the rubbish away to the dump.
Ze vervoerden het afval naar de stortplaats.
•
The injured player was carted off the field.
De geblesseerde speler werd van het veld gedragen.
Synoniem:
haultransportcarryconveylug
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
shopping cartà la carte