inferior

US /ɪnˈfɪr.i.ɚ/
UK /ɪnˈfɪr.i.ɚ/
"inferior" picture
1.

minderwaardig, inferieur, lager

lower in rank, status, or quality

:
This product is inferior to the one we bought last time.
Dit product is minderwaardig aan degene die we de vorige keer kochten.
She felt inferior to her older sister.
Ze voelde zich minderwaardig aan haar oudere zus.
1.

ondergeschikte, mindere

a person lower in rank or status

:
He treated his inferiors with disdain.
Hij behandelde zijn ondergeschikten met minachting.
The general was respected by both his superiors and inferiors.
De generaal werd gerespecteerd door zowel zijn meerderen als zijn ondergeschikten.