way out
US /weɪ aʊt/
UK /weɪ aʊt/

1.
uitweg, oplossing
a means or method of achieving something
:
•
We need to find a way out of this problem.
We moeten een uitweg vinden uit dit probleem.
•
There's no easy way out of this situation.
Er is geen gemakkelijke uitweg uit deze situatie.
1.
bijzonder, onconventioneel
extremely unusual or unconventional
:
•
That's a really way out idea, but it just might work.
Dat is een echt bijzonder idee, maar het zou zomaar kunnen werken.
•
His fashion sense is completely way out.
Zijn gevoel voor mode is compleet buitenissig.
1.
helemaal, erg
to a great extent; extremely
:
•
The band's new album is way out there.
Het nieuwe album van de band is helemaal te gek.
•
He was way out of line with his comments.
Hij was helemaal over de schreef met zijn opmerkingen.