Betekenis van het woord benchmark in het Nederlands
Wat betekent benchmark in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
benchmark
US /ˈbentʃ.mɑːrk/
UK /ˈbentʃ.mɑːrk/

Zelfstandig Naamwoord
1.
benchmark, referentiepunt
a standard or point of reference against which things may be compared or assessed
Voorbeeld:
•
The new software sets a new benchmark for performance.
De nieuwe software stelt een nieuwe benchmark voor prestaties.
•
We use industry best practices as our benchmark.
We gebruiken de beste praktijken in de branche als onze benchmark.
Werkwoord
1.
benchmarken, vergelijken
evaluate (something) by comparison with a standard
Voorbeeld:
•
We need to benchmark our performance against our competitors.
We moeten onze prestaties benchmarken tegen die van onze concurrenten.
•
The company plans to benchmark its salaries against industry averages.
Het bedrijf is van plan zijn salarissen te benchmarken tegen het sectorgemiddelde.
Leer dit woord op Lingoland