slow

US /sloʊ/
UK /sloʊ/
"slow" picture
1.

langzaam

moving or operating, or designed to do so, at a low speed; not quick or fast

:
The car was going too slow.
De auto ging te langzaam.
He's a very slow reader.
Hij is een erg langzame lezer.
2.

traag, dom

not quick to understand or learn; dull-witted

:
He's a bit slow when it comes to math.
Hij is een beetje traag als het op wiskunde aankomt.
Don't be so slow, figure it out!
Wees niet zo traag, zoek het uit!
1.

langzaam

at a slow pace; slowly

:
Please drive slow through the residential area.
Rijd alstublieft langzaam door de woonwijk.
The turtle moved slow across the road.
De schildpad bewoog langzaam over de weg.
1.

vertragen, afremmen

reduce the speed of or cause to operate at a slower rate

:
You need to slow down when approaching the curve.
Je moet vertragen bij het naderen van de bocht.
The heavy traffic began to slow our progress.
Het drukke verkeer begon onze voortgang te vertragen.