Betekenis van het woord fast in het Nederlands

Wat betekent fast in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

fast

US /fæst/
UK /fæst/
"fast" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

snel

moving or capable of moving at high speed

Voorbeeld:
A cheetah is a very fast runner.
Een jachtluipaard is een zeer snelle renner.
The car was going too fast.
De auto ging te snel.
Synoniem:
2.

snel, vlug

done or occurring in a short time

Voorbeeld:
We need to make a fast decision.
We moeten een snelle beslissing nemen.
The project had a very fast turnaround time.
Het project had een zeer snelle doorlooptijd.
Synoniem:
3.

vast, stevig

firmly fixed or attached

Voorbeeld:
Make sure the rope is tied fast.
Zorg ervoor dat het touw stevig vastzit.
The boat was held fast by the anchor.
De boot werd stevig vastgehouden door het anker.

Bijwoord

1.

snel

at high speed

Voorbeeld:
He drove fast down the highway.
Hij reed snel over de snelweg.
The river flows very fast here.
De rivier stroomt hier erg snel.
Synoniem:
2.

stevig, vast

firmly; securely

Voorbeeld:
Hold fast to the railing.
Houd stevig vast aan de reling.
The knot was tied fast.
De knoop zat stevig vast.

Werkwoord

1.

vasten

abstain from all or some kinds of food or drink, especially as a religious observance

Voorbeeld:
Many people fast during Ramadan.
Veel mensen vasten tijdens de Ramadan.
She decided to fast for a day to cleanse her body.
Ze besloot een dag te vasten om haar lichaam te reinigen.

Zelfstandig Naamwoord

1.

vasten

an act or period of abstaining from all or some kinds of food or drink, especially as a religious observance

Voorbeeld:
The community observes a fast every year.
De gemeenschap houdt elk jaar een vasten.
Breaking the fast with a light meal is recommended.
Het vasten breken met een lichte maaltijd wordt aanbevolen.
Leer dit woord op Lingoland