process
US /ˈprɑː.ses/
UK /ˈprɑː.ses/
1.
proces, gang van zaken
a series of actions or steps taken in order to achieve a particular end
:
•
The application process takes about two weeks.
Het aanvraagproces duurt ongeveer twee weken.
•
Learning a new language is a long process.
Een nieuwe taal leren is een lang proces.
2.
natuurlijk proces, ontwikkeling
a natural or involuntary series of changes
:
•
The aging process is inevitable.
Het verouderingsproces is onvermijdelijk.
•
Photosynthesis is a vital biological process.
Fotosynthese is een vitaal biologisch proces.
1.
verwerken, bewerken
perform a series of mechanical or chemical operations on (something) in order to change or preserve it
:
•
The factory processes raw materials into finished goods.
De fabriek verwerkt grondstoffen tot eindproducten.
•
The company processes large amounts of data daily.
Het bedrijf verwerkt dagelijks grote hoeveelheden gegevens.
2.
verwerken, afhandelen
deal with (a summons, warrant, or other legal document) by following a prescribed procedure
:
•
The court will process the divorce papers next week.
De rechtbank zal de echtscheidingspapieren volgende week verwerken.
•
It takes time to process all the legal documents.
Het kost tijd om alle juridische documenten te verwerken.