Betekenis van het woord part in het Nederlands

Wat betekent part in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

part

US /pɑːrt/
UK /pɑːrt/
"part" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

deel, stuk

a piece or segment of something larger

Voorbeeld:
I only read the first part of the book.
Ik heb alleen het eerste deel van het boek gelezen.
This is an important part of the machine.
Dit is een belangrijk onderdeel van de machine.
2.

rol

a role played by an actor or performer

Voorbeeld:
She played the leading part in the play.
Ze speelde de hoofdrol in het toneelstuk.
He was offered a small part in the new movie.
Hem werd een kleine rol aangeboden in de nieuwe film.

Werkwoord

1.

scheiden, uiteengaan

to separate or cause to separate from others

Voorbeeld:
The crowd began to part as the police car approached.
De menigte begon te wijken toen de politieauto naderde.
They decided to part ways after years of working together.
Ze besloten na jaren van samenwerking uit elkaar te gaan.

Bijwoord

1.

deels, gedeeltelijk

partially; to some extent

Voorbeeld:
The success was part due to luck.
Het succes was deels te danken aan geluk.
He was part responsible for the mistake.
Hij was mede verantwoordelijk voor de fout.
Leer dit woord op Lingoland