Betekenis van het woord lock in het Nederlands

Wat betekent lock in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

lock

US /lɑːk/
UK /lɑːk/
"lock" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

slot

a mechanism for keeping a door, lid, or container fastened, typically operated by a key or a combination

Voorbeeld:
He turned the key in the lock and opened the door.
Hij draaide de sleutel in het slot en opende de deur.
Make sure you put a strong lock on the gate.
Zorg ervoor dat je een sterk slot op de poort plaatst.
2.

sluis

a section of a canal or river with gates at each end where the water level can be changed to allow boats to go up or down

Voorbeeld:
The boat slowly entered the canal lock.
De boot voer langzaam de kanaalsluis binnen.
Operating a lock requires careful timing.
Het bedienen van een sluis vereist nauwkeurige timing.
3.

lok, haarlok

a small, separate bunch of hair

Voorbeeld:
She had a beautiful lock of hair that fell over her forehead.
Ze had een prachtige lok haar die over haar voorhoofd viel.
He kept a small lock of his daughter's baby hair.
Hij bewaarde een kleine lok van het babyhaar van zijn dochter.

Werkwoord

1.

sluiten, vergrendelen

fasten (something) with a lock

Voorbeeld:
Please lock the door when you leave.
Gelieve de deur te sluiten wanneer u vertrekt.
She locked her bicycle to the fence.
Ze slot haar fiets aan het hek.
2.

blokkeren, vastzitten

become or be fixed in one position and unable to move

Voorbeeld:
The wheels locked on the icy road.
De wielen blokkeerden op de ijzige weg.
His jaw locked in anger.
Zijn kaak spande zich van woede.
Leer dit woord op Lingoland