Betekenis van het woord rest in het Nederlands
Wat betekent rest in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
rest
US /rest/
UK /rest/

Zelfstandig Naamwoord
1.
rust, pauze
a period of relaxing or sleeping
Voorbeeld:
•
I need to take a rest after a long day.
Ik moet rusten na een lange dag.
•
The doctor recommended complete bed rest.
De dokter adviseerde volledige bedrust.
Synoniem:
Werkwoord
1.
rusten, uitrusten
to stop working or doing something in order to relax, sleep, or recover strength
Voorbeeld:
•
I need to rest my eyes for a bit.
Ik moet mijn ogen even rusten.
•
He decided to rest before continuing the journey.
Hij besloot te rusten voordat hij de reis voortzette.
Synoniem:
2.
rusten, liggen
to be placed or supported on something
Voorbeeld:
•
The book was resting on the table.
Het boek lag op tafel.
•
His head rested on the pillow.
Zijn hoofd rustte op het kussen.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland