legitimate
US /ləˈdʒɪt̬.ə.mət/
UK /ləˈdʒɪt̬.ə.mət/

1.
legitiem, wettig, rechtmatig
conforming to the law or to rules
:
•
The court ruled that the business was operating under legitimate practices.
De rechtbank oordeelde dat het bedrijf opereerde volgens legitieme praktijken.
•
He has a legitimate claim to the inheritance.
Hij heeft een legitieme aanspraak op de erfenis.
2.
gerechtvaardigd, redelijk, gegrond
able to be defended with logic or justification; reasonable
:
•
She had a legitimate reason for being absent.
Ze had een legitieme reden om afwezig te zijn.
•
His concerns about the project were entirely legitimate.
Zijn zorgen over het project waren volkomen legitiem.
1.
legitimeren, rechtvaardigen, wettigen
make legitimate; justify or make lawful
:
•
The new law will legitimate the use of cannabis for medical purposes.
De nieuwe wet zal het gebruik van cannabis voor medische doeleinden legitimeren.
•
His efforts helped to legitimate the new artistic movement.
Zijn inspanningen hielpen om de nieuwe artistieke beweging te legitimeren.