keep up

US /kiːp ʌp/
UK /kiːp ʌp/
"keep up" picture
1.

bijhouden, volgen

to continue to be at the same level or standard as someone or something else

:
It's hard to keep up with the latest technology.
Het is moeilijk om de nieuwste technologie bij te houden.
She runs so fast, I can't keep up.
Ze rent zo snel, ik kan haar niet bijhouden.
2.

doorgaan met, blijven doen

to continue to do something

:
You're doing great, keep up the good work!
Je doet het geweldig, ga zo door met het goede werk!
If you keep up practicing, you'll get better.
Als je blijft oefenen, word je beter.