irregular

US /ɪˈreɡ.jə.lɚ/
UK /ɪˈreɡ.jə.lɚ/
"irregular" picture
1.

onregelmatig, oneffen

not even or regular in shape, arrangement, or distribution

:
The coastline is very irregular, with many coves and inlets.
De kustlijn is erg onregelmatig, met veel inhammen en baaien.
He has an irregular heartbeat.
Hij heeft een onregelmatige hartslag.
2.

onregelmatig, afwijkend

not conforming to established rules or methods; abnormal

:
The verb 'to be' is an irregular verb in English.
Het werkwoord 'zijn' is een onregelmatig werkwoord in het Engels.
His attendance at meetings has been very irregular.
Zijn aanwezigheid bij vergaderingen is erg onregelmatig geweest.