Betekenis van het woord ill in het Nederlands

Wat betekent ill in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

ill

US /ɪl/
UK /ɪl/
"ill" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

ziek, ongesteld

suffering from an illness or disease; unwell.

Voorbeeld:
She felt ill after eating the spoiled food.
Ze voelde zich ziek na het eten van het bedorven voedsel.
He's been ill with the flu for a week.
Hij is al een week ziek van de griep.
Synoniem:
Synoniem:
2.

schadelijk, ongewenst

harmful or undesirable.

Voorbeeld:
Smoking has many ill effects on health.
Roken heeft veel schadelijke effecten op de gezondheid.
He spoke no ill of his former colleagues.
Hij sprak geen kwaad over zijn voormalige collega's.
Synoniem:

Bijwoord

1.

slecht, verkeerd

badly or wrongly.

Voorbeeld:
Things went ill for them after the accident.
Het ging slecht met hen na het ongeluk.
He spoke ill of his neighbors.
Hij sprak kwaad over zijn buren.
Synoniem:
Synoniem:
2.

nauwelijks, moeilijk

with difficulty or hardship.

Voorbeeld:
He could ill afford to lose his job.
Hij kon het zich nauwelijks veroorloven zijn baan te verliezen.
The company can ill afford another mistake.
Het bedrijf kan zich nauwelijks nog een fout veroorloven.
Synoniem:

Zelfstandig Naamwoord

1.

kwaad, ongeluk, ellende

trouble or misfortune.

Voorbeeld:
He wished no ill upon his enemies.
Hij wenste zijn vijanden geen kwaad toe.
They suffered much ill during the war.
Ze leden veel ellende tijdens de oorlog.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland