hold in
US /hoʊld ɪn/
UK /hoʊld ɪn/

1.
inhouden, bedwingen
to restrain or control oneself, especially one's emotions or reactions
:
•
She tried to hold in her laughter during the serious meeting.
Ze probeerde haar lachen in te houden tijdens de serieuze vergadering.
•
He couldn't hold in his anger any longer.
Hij kon zijn woede niet langer inhouden.
2.
binnenhouden, vasthouden
to keep something inside or prevent it from escaping
:
•
The dam was built to hold in the floodwaters.
De dam werd gebouwd om het overstromingswater binnen te houden.
•
This container is designed to hold in liquids without leaking.
Deze container is ontworpen om vloeistoffen binnen te houden zonder te lekken.