on hold
US /ɑːn hoʊld/
UK /ɑːn hoʊld/

1.
in de wacht
waiting to speak to someone on the telephone
:
•
I've been on hold for twenty minutes, waiting to talk to customer service.
Ik sta al twintig minuten in de wacht, wachtend om met de klantenservice te spreken.
•
Please stay on hold; an agent will be with you shortly.
Blijf alstublieft in de wacht; een medewerker zal zo bij u zijn.
2.
uitgesteld, opgeschort, in de wacht
postponed or delayed
:
•
The project has been put on hold due to budget cuts.
Het project is uitgesteld vanwege bezuinigingen.
•
Our travel plans are on hold until the pandemic subsides.
Onze reisplannen staan op pauze totdat de pandemie afneemt.