Betekenis van het woord high in het Nederlands

Wat betekent high in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

high

US /haɪ/
UK /haɪ/
"high" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

hoog

of great or more than average extent, size, or amount

Voorbeeld:
The mountain is very high.
De berg is erg hoog.
She has a high fever.
Ze heeft hoge koorts.
Synoniem:
2.

hoog, maximaal

at a peak or maximum level

Voorbeeld:
The stock market reached a new high today.
De aandelenmarkt bereikte vandaag een nieuw hoogtepunt.
Temperatures will be high this week.
De temperaturen zullen deze week hoog zijn.
Synoniem:
3.

belangrijk, hoog

important or serious

Voorbeeld:
This is a matter of high importance.
Dit is een zaak van groot belang.
He holds a high position in the company.
Hij bekleedt een hoge functie in het bedrijf.
4.

uitgelaten, euforisch

feeling or showing great joy or excitement

Voorbeeld:
She was high on life after winning the lottery.
Ze was uitgelaten van geluk na het winnen van de loterij.
The team was on a high after their victory.
Het team was uitgelaten na hun overwinning.
Synoniem:

Bijwoord

1.

hoog

at or to a considerable height

Voorbeeld:
The bird flew high above the trees.
De vogel vloog hoog boven de bomen.
He jumped high to catch the ball.
Hij sprong hoog om de bal te vangen.
Synoniem:

Zelfstandig Naamwoord

1.

hoogtepunt, record

a high level or figure

Voorbeeld:
The temperature reached a new high today.
De temperatuur bereikte vandaag een nieuw hoogtepunt.
He scored a personal high in the competition.
Hij behaalde een persoonlijk hoogtepunt in de wedstrijd.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland