elated
US /iˈleɪ.t̬ɪd/
UK /iˈleɪ.t̬ɪd/

1.
verrukt, uitgelaten, opgetogen
ecstatically happy
:
•
She was elated by the news of her promotion.
Ze was verrukt door het nieuws van haar promotie.
•
The team was elated after winning the championship.
Het team was uitgelaten na het winnen van het kampioenschap.