Betekenis van het woord flaw in het Nederlands

Wat betekent flaw in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

flaw

US /flɑː/
UK /flɑː/
"flaw" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

gebrek, fout, tekortkoming

a mark, blemish, or other imperfection which mars a substance or object

Voorbeeld:
The diamond had a tiny flaw that reduced its value.
De diamant had een klein gebrek dat de waarde ervan verminderde.
Check the fabric for any flaws before cutting.
Controleer de stof op eventuele gebreken voordat je gaat knippen.
2.

zwakte, gebrek, tekortkoming

a weakness or shortcoming in a plan, statement, or character

Voorbeeld:
The only flaw in his argument was a lack of evidence.
Het enige gebrek in zijn argument was een gebrek aan bewijs.
Pride was his greatest flaw.
Trots was zijn grootste gebrek.

Werkwoord

1.

beschadigen, aantasten, bederven

to make imperfect or defective

Voorbeeld:
A single mistake could flaw the entire project.
Eén enkele fout kan het hele project beschadigen.
His reputation was flawed by the scandal.
Zijn reputatie werd aangetast door het schandaal.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: