defect

US /ˈdiː.fekt/
UK /ˈdiː.fekt/
"defect" picture
1.

gebrek, fout, defect

a shortcoming, imperfection, or lack

:
The car was recalled due to a manufacturing defect.
De auto werd teruggeroepen vanwege een fabricagefout.
Her vision has a slight defect.
Haar zicht heeft een lichte afwijking.
1.

overlopen, deserteren

to abandon one's country or cause in favor of an opposing one

:
He decided to defect to the enemy's side.
Hij besloot naar de vijandelijke zijde te overlopen.
Many athletes defected during the Cold War.
Veel atleten liepen over tijdens de Koude Oorlog.