ferment

US /fɚˈment/
UK /fɚˈment/
"ferment" picture
1.

fermenteren, gisten

to undergo fermentation

:
•
The grapes began to ferment into wine.
De druiven begonnen te fermenteren tot wijn.
•
Yeast is used to make dough ferment and rise.
Gist wordt gebruikt om deeg te laten fermenteren en rijzen.
:
brewleavensourwork
2.

veroorzaken, aanwakkeren

to stir up or incite (trouble or disorder)

:
•
His words seemed to ferment discontent among the workers.
Zijn woorden leken onvrede onder de arbeiders te veroorzaken.
•
The political unrest began to ferment in the capital.
De politieke onrust begon te groeien in de hoofdstad.
:
inciteinstigateprovokestir upfoment
1.

gisting, onrust

a state of agitation or unrest

:
•
There was a political ferment in the country.
Er was een politieke gisting in het land.
•
The city was in a state of intellectual ferment.
De stad verkeerde in een staat van intellectuele gisting.
:
agitationunrestturmoilcommotionuproar
:
fermentation