Betekenis van het woord fashion in het Nederlands

Wat betekent fashion in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

fashion

US /ˈfæʃ.ən/
UK /ˈfæʃ.ən/
"fashion" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

mode, stijl

a popular or the latest style of clothing, hair, decoration, or behavior

Voorbeeld:
She always dresses in the latest fashion.
Ze kleedt zich altijd volgens de laatste mode.
The new trend in interior design is minimalist fashion.
De nieuwe trend in interieurontwerp is minimalistische mode.
2.

manier, wijze

a manner of doing something

Voorbeeld:
He spoke in a calm fashion.
Hij sprak op een kalme manier.
The work was done in a haphazard fashion.
Het werk werd op een willekeurige manier gedaan.

Werkwoord

1.

vormen, maken

make into a particular or required form

Voorbeeld:
He fashioned a crude shelter from branches and leaves.
Hij maakte een ruwe schuilplaats van takken en bladeren.
She fashioned the clay into a beautiful vase.
Ze vormde de klei tot een prachtige vaas.
Leer dit woord op Lingoland