fare

US /fer/
UK /fer/
"fare" picture
1.

tarief, prijs

the money a passenger on public transport has to pay

:
Bus fares have increased recently.
De bustarieven zijn recentelijk gestegen.
How much is the train fare to the city center?
Hoeveel is het treintarief naar het stadscentrum?
2.

kost, gerechten

food and drink provided for a meal

:
The restaurant offers traditional Italian fare.
Het restaurant biedt traditionele Italiaanse gerechten.
They enjoyed simple country fare during their vacation.
Ze genoten van eenvoudige landelijke kost tijdens hun vakantie.
1.

presteren, gaan

perform in a specified way in a particular situation or over a particular period

:
The team fared well in the competition.
Het team presteerde goed in de wedstrijd.
How did you fare on your exams?
Hoe ging het met je examens?