fall in with

US /fɔːl ɪn wɪθ/
UK /fɔːl ɪn wɪθ/
"fall in with" picture
1.

instemmen met, mee eens zijn met

to agree with or accept a plan, suggestion, or person

:
I'm sure she'll fall in with our plans.
Ik weet zeker dat ze met onze plannen zal instemmen.
He tends to fall in with whatever the majority decides.
Hij heeft de neiging om mee te gaan met wat de meerderheid beslist.
2.

ontmoeten, bevriend raken met

to meet someone by chance and become involved with them

:
He fell in with a bad crowd and started getting into trouble.
Hij raakte bevriend met een slecht gezelschap en begon in de problemen te komen.
On his travels, he fell in with a group of artists.
Tijdens zijn reizen ontmoette hij toevallig een groep kunstenaars.