fade

US /feɪd/
UK /feɪd/
"fade" picture
1.

vervagen, verbleken

gradually grow faint and disappear

:
The colors of the old photograph began to fade.
De kleuren van de oude foto begonnen te vervagen.
The sound of the music began to fade as they walked away.
Het geluid van de muziek begon te vervagen toen ze wegliepen.
2.

verdwijnen, afnemen

lose freshness, vigor, or strength

:
His hopes began to fade after repeated failures.
Zijn hoop begon te verdwijnen na herhaalde mislukkingen.
The memory of the event will never truly fade.
De herinnering aan het evenement zal nooit echt verdwijnen.
1.

vervaging, afname

a gradual diminution in the strength, intensity, or visibility of something

:
The song ended with a slow fade.
Het lied eindigde met een langzame vervaging.
There was a noticeable fade in the signal quality.
Er was een merkbare vermindering in de signaalkwaliteit.