evaporate
US /ɪˈvæp.ə.reɪt/
UK /ɪˈvæp.ə.reɪt/

1.
2.
verdwijnen, vervliegen
disappear, especially quickly or completely
:
•
Their hopes began to evaporate as the deadline approached.
Hun hoop begon te verdwijnen naarmate de deadline naderde.
•
All his confidence seemed to evaporate.
Al zijn zelfvertrouwen leek te verdwijnen.