fabricate
US /ˈfæb.rɪ.keɪt/
UK /ˈfæb.rɪ.keɪt/

1.
verzinnen, vervalsen
invent or concoct (something, typically a lie) with deceitful intent
:
•
He tried to fabricate an alibi to avoid suspicion.
Hij probeerde een alibi te verzinnen om argwaan te vermijden.
•
The witness was accused of trying to fabricate evidence.
De getuige werd beschuldigd van het proberen om bewijs te vervalsen.
2.
fabriceren, vervaardigen, produceren
construct or manufacture (an industrial product), especially from prepared components
:
•
The company specializes in fabricating custom metal parts.
Het bedrijf is gespecialiseerd in het fabriceren van op maat gemaakte metalen onderdelen.
•
They use advanced machinery to fabricate the components.
Ze gebruiken geavanceerde machines om de componenten te fabriceren.