trump up

US /trʌmp ʌp/
UK /trʌmp ʌp/
"trump up" picture
1.

verzinnen, opdissen

to invent a false accusation or excuse

:
They tried to trump up charges against him.
Ze probeerden aanklachten tegen hem te verzinnen.
He trumped up an excuse for being late.
Hij verzon een excuus voor zijn te laat komen.