extend

US /ɪkˈstend/
UK /ɪkˈstend/
"extend" picture
1.

verlengen, uitbreiden

make (something) longer or wider

:
We plan to extend the kitchen by two meters.
We zijn van plan de keuken met twee meter te verlengen.
The bridge will be extended to reach the other side of the river.
De brug zal worden verlengd om de overkant van de rivier te bereiken.
2.

aanbieden, verlenen

offer or give something to someone

:
They decided to extend an invitation to all their neighbors.
Ze besloten een uitnodiging aan al hun buren te uitbreiden.
The company will extend credit to qualified customers.
Het bedrijf zal krediet verlenen aan gekwalificeerde klanten.
3.

uitsteken, strekken

stretch out (a hand or foot)

:
He extended his hand to shake mine.
Hij stak zijn hand uit om de mijne te schudden.
The cat extended its claws.
De kat strekte zijn klauwen uit.