enjoin

US /ɪnˈdʒɔɪn/
UK /ɪnˈdʒɔɪn/
"enjoin" picture
1.

opdragen, verplichten, aansporen

instruct or urge (someone) to do something

:
The doctor enjoined him to get more rest.
De dokter droeg hem op meer rust te nemen.
The rules enjoin us to be respectful.
De regels verplichten ons respectvol te zijn.
2.

verbieden, beletten

prohibit (someone) from performing (an action) by issuing an injunction

:
The court enjoined the company from selling the product.
De rechtbank verbood het bedrijf het product te verkopen.
They were enjoined from further contact with the victim.
Ze werden verboden verder contact te hebben met het slachtoffer.