admonish
US /ədˈmɑː.nɪʃ/
UK /ədˈmɑː.nɪʃ/

1.
berispen, waarschuwen, vermanen
to warn or reprimand someone firmly
:
•
The teacher had to admonish the students for talking during the lecture.
De leraar moest de studenten berispen omdat ze tijdens de les praatten.
•
He was admonished for his reckless driving.
Hij werd berispt voor zijn roekeloze rijgedrag.