Betekenis van het woord elbow in het Nederlands
Wat betekent elbow in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
elbow
US /ˈel.boʊ/
UK /ˈel.boʊ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
elleboog
the joint between the forearm and the upper arm
Voorbeeld:
•
He hit his elbow on the table.
Hij stootte zijn elleboog tegen de tafel.
•
She rested her elbows on her knees.
Ze liet haar ellebogen op haar knieën rusten.
Werkwoord
1.
ellebogen, zich een weg banen
to push someone with one's elbow, typically in order to move past them in a crowd or to attract their attention
Voorbeeld:
•
She had to elbow her way through the crowd.
Ze moest zich een weg banen door de menigte.
•
He elbowed his friend to get his attention.
Hij stootte zijn vriend aan om zijn aandacht te trekken.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: