disagree with

US /ˌdɪs.əˈɡriː wɪð/
UK /ˌdɪs.əˈɡriː wɪð/
"disagree with" picture
1.

het oneens zijn met, niet akkoord gaan met

to have a different opinion from someone about something

:
I disagree with your assessment of the situation.
Ik ben het oneens met jouw beoordeling van de situatie.
Many people disagree with the new policy.
Veel mensen zijn het oneens met het nieuwe beleid.
2.

niet goed zijn voor, niet verdragen

to cause physical or mental discomfort or harm to someone

:
Spicy food always disagrees with me.
Pittig eten valt me altijd zwaar.
The climate disagreed with her, and she fell ill.
Het klimaat viel haar tegen, en ze werd ziek.