determined
US /dɪˈtɝː.mɪnd/
UK /dɪˈtɝː.mɪnd/

1.
vastbesloten, vastberaden
having made a firm decision and being resolved not to change it
:
•
She was determined to succeed.
Ze was vastbesloten om te slagen.
•
He gave a determined nod.
Hij knikte vastberaden.
1.
vastgesteld, bepaald
having been established or ascertained in an exact way
:
•
The cause of the accident was determined after a thorough investigation.
De oorzaak van het ongeluk werd vastgesteld na een grondig onderzoek.
•
The exact amount needed will be determined by the committee.
Het exacte benodigde bedrag zal door de commissie worden vastgesteld.