unwavering
US /ʌnˈweɪ.vər.ɪŋ/
UK /ʌnˈweɪ.vər.ɪŋ/

1.
onwankelbaar, standvastig, vastberaden
not wavering; steady or resolute
:
•
Her unwavering commitment to the cause inspired everyone.
Haar onwankelbare toewijding aan de zaak inspireerde iedereen.
•
He maintained an unwavering gaze throughout the intense negotiation.
Hij behield een onwankelbare blik gedurende de intense onderhandeling.