decree
US /dɪˈkriː/
UK /dɪˈkriː/

1.
decreet, besluit, bevel
an official order issued by a legal authority
:
•
The government issued a decree banning public gatherings.
De regering vaardigde een decreet uit dat openbare bijeenkomsten verbood.
•
The king's decree was absolute and could not be challenged.
Het decreet van de koning was absoluut en kon niet worden aangevochten.
2.
uitspraak, vonnis
a formal judgment of a court
:
•
The court issued a decree of divorce.
De rechtbank vaardigde een decreet van echtscheiding uit.
•
The judge's decree finalized the property dispute.
Het decreet van de rechter maakte een einde aan het eigendomsgeschil.
1.
decreteren, bevelen, besluiten
to order (something) by decree
:
•
The king decreed that all taxes must be paid by the end of the month.
De koning decreeteerde dat alle belastingen tegen het einde van de maand betaald moesten zijn.
•
The council decreed new regulations for waste disposal.
De raad decreeteerde nieuwe voorschriften voor afvalverwerking.