enact

US /ɪˈnækt/
UK /ɪˈnækt/
"enact" picture
1.

uitvaardigen, invoeren

make (a bill or other proposal) law

:
Congress will enact new legislation next month.
Het Congres zal volgende maand nieuwe wetgeving uitvaardigen.
The government plans to enact stricter environmental regulations.
De regering is van plan strengere milieuregels in te voeren.
2.

uitbeelden, opvoeren

act out (a role or play) on stage

:
The children will enact a scene from their favorite book.
De kinderen zullen een scène uit hun favoriete boek uitbeelden.
They decided to enact the historical event for the audience.
Ze besloten het historische evenement voor het publiek na te spelen.