ruling

US /ˈruː.lɪŋ/
UK /ˈruː.lɪŋ/
"ruling" picture
1.

uitspraak, beslissing

an authoritative statement or decision

:
The court's ruling on the case was final.
De uitspraak van de rechtbank in de zaak was definitief.
The new ruling will affect many businesses.
De nieuwe uitspraak zal veel bedrijven beïnvloeden.
1.

regerend, heersend

exercising control or authority; governing

:
The ruling party faced strong opposition.
De regerende partij stond tegenover sterke oppositie.
The queen has been ruling for over fifty years.
De koningin regeert al meer dan vijftig jaar.