judgment
US /ˈdʒʌdʒ.mənt/
UK /ˈdʒʌdʒ.mənt/

1.
oordeelsvermogen, beoordelingsvermogen
the ability to make considered decisions or come to sensible conclusions
:
•
She showed excellent judgment in her choice of investments.
Ze toonde uitstekend oordeelsvermogen in haar keuze van investeringen.
•
His lack of judgment led to many mistakes.
Zijn gebrek aan oordeelsvermogen leidde tot veel fouten.
2.
3.
oordeel, mening
an opinion or conclusion formed after consideration
:
•
In my judgment, the plan is flawed.
Naar mijn oordeel is het plan gebrekkig.
•
He reserved his judgment until all the facts were presented.
Hij hield zijn oordeel in totdat alle feiten waren gepresenteerd.