clear up

US /klɪr ˈʌp/
UK /klɪr ˈʌp/
"clear up" picture
1.

opklaren, ophelderen

to become brighter and free of clouds or rain

:
The weather is expected to clear up by afternoon.
Het weer zal naar verwachting opklaren tegen de middag.
After the storm, the sky began to clear up.
Na de storm begon de lucht op te klaren.
2.

ophelderen, verklaren

to solve or explain something

:
We need to clear up this misunderstanding immediately.
We moeten dit misverstand onmiddellijk ophelderen.
Can you clear up the confusion about the meeting time?
Kun je de verwarring over de vergadertijd ophelderen?
3.

opruimen, schoonmaken

to make a place tidy by removing unwanted items

:
Please clear up your room before you go out.
Wil je je kamer opruimen voordat je weggaat?
It's time to clear up the mess in the kitchen.
Het is tijd om de rommel in de keuken op te ruimen.