lighten

US /ˈlaɪ.t̬ən/
UK /ˈlaɪ.t̬ən/
"lighten" picture
1.

lichter maken, verlichten

make or become lighter in weight

:
We need to lighten the load on the truck.
We moeten de lading op de vrachtwagen lichter maken.
The new materials will lighten the overall weight of the aircraft.
De nieuwe materialen zullen het totale gewicht van het vliegtuig lichter maken.
2.

verlichten, oplichten

make or become brighter or paler

:
The morning sun began to lighten the sky.
De ochtendzon begon de lucht te verlichten.
She used a special cream to lighten her hair.
Ze gebruikte een speciale crème om haar haar te verlichten.
3.

verlichten, opvrolijken

make or become less serious or more cheerful

:
He tried to lighten the mood with a joke.
Hij probeerde de sfeer te verlichten met een grap.
The news helped to lighten her worries.
Het nieuws hielp haar zorgen te verlichten.